7 oktober stond ik op het Nationaal Voetgangerscongres. Het Voetgangerscongres is het enige nationale congres dat zich richt op de voetganger. Deze editie was in Den Haag. Het was een enerverend programma met inspirerende sprekers zoals Helge Hillnhütter, professor aan de Norwegian University of Science and Technology, die vertelde hoe overheden hun steden loopvriendelijker kunnen inrichten en uiteenlopende workshops over het Singelpark Leiden en het Voetgangersbeleid van de stad Groningen.

Van loper naar ontdekker
Ik was die dag één van de keynotesprekers en ik vertelde hoe ik als wandelaar transformeerde van loper naar ontdekker. Ik loop al mijn hele leven. In het begin was ik een echte kilometervreter. Ik liep het Pieterpad in één jaar tijd en wandelde een aantal keer de Nijmeegse Vierdaagse. Ik draaide mijn hand niet om voor dertig of veertig kilometer. Ik droeg stevige wandelschoenen en ging bezakt en bepakt op pad. In de loop der jaren veranderde mijn manier van wandelen. Mijn wandelingen werden korter en ik liep in de stad of op de rand van. Mijn grote wandelschoenen stonden stof te happen in de kast en ik ging meestal wandelen op sportschoenen. Toen een keer een collega aan mij vroeg “Waarom wandel je eigenlijk?”, zei ik “Om nieuwe dingen te ontdekken”. Nu bekijk ik tijdens mijn wandelingen vaak architectuur of StreetArt. Ook wandel ik met mijn handtas, want in de stad heb je altijd wel de mogelijkheid om ergens iets te drinken of te gaan lunchen.

Openbare ruimte
Toen ik nog een echte loper was, was het belangrijk dat de wandelpaden recht en breed waren. Het maakte me eigenlijk niet uit of ik op een recht asfaltpad liep langs een drukke weg. Als ik maar de kilometers zo snel mogelijk weg kon lopen. Naar mate ik meer ging ontdekken en langer op één plek verbleef was het voor mij belangrijk dat er wat te zien en wat te beleven valt. Ik hou van reuring op straat, maar niet van auto’s.
Kunst op straat
Tijdens mijn ontdekkingstochten ging ik me steeds meer letten op kunst op straat zoals StreetArt. Je ziet steeds meer in steden StreetArt. Ze verfraaien het grijze landschap. Onveilig aandoende tunnels worden voorzien van graffiti kunstwerken. Een mooi voorbeeld is de Silly Walks tunnel in Eindhoven. Als wandelaar ben je langer in een tunnel dan een fietser en dan is het fijn om iets te zien en het geeft een veiliger gevoel. Ik vind het leuke aan kunst in de openbare ruimte dat het een museum op straat is. Het was een mooi alternatief toen de musea door de coronamaatregelen dicht waren.
Groen
Doordat ik nu meer in de stad loop, kom ik ook in parken. Je ziet dat steeds meer steden openbaar groen aangenamer maken. In Rotterdam zie je steeds meer verfraaiing van de singels met bankjes en kunstwerken. Het Singelpark is ook een goed voorbeeld waar het historisch centrum van Leiden is omringd door een zes kilometer lang stadspark.
Plekken om te rusten
Als je zo in de stad onderweg bent dan is het ook fijn als je even kunt uitrusten en dat daar voldoende plek voor is. Op steeds meer plekken zie je bankjes en dat zijn haast kunstwerken op zich zoals de lange rode bank op het Amsterdamse IJburg.
Volg me ook via