De Zwarte markt in Beverwijk zo noemde ik De Bazaar altijd. Nooit was ik er geweest. Een echte reden daarvoor had ik daarvoor niet. Op een druilerige zaterdag besloten we om iets binnen te bezoeken. We besloten om naar de grootste overdekte markt van Europa te gaan.

Toen we uit de trein stapten hoefden we niet te zoeken naar de markt. We liepen achter de heren en dames met boodschappenkarretjes aan.

Op een industrieterrein tussen de meubelboulevard en het bedrijventerrein lag het terrein met meer dan 300 honderd kramen en 700 winkels. We waren er vrij vroeg en een aantal marktkooplui was hun waren nog uit aan het stallen. We liepen langs de stalletjes met cosmetica en toiletartikelen, sokken, jassen met bontkragen en bamboekussens.

Bij de elektronica zoefde een op afstand bestuurbare auto’s langs mijn voeten en een drone zweefde boven mijn hoofd. Uit de geluidsboxen kwamen de Happy hardcore klanken van DJ Paul Elstak.

We bleven wat langer in de hal met feest en carnavalskleding. Het was een feest om allerlei gekke maskers op te zetten.

We slingerden tussen de kramen en snel kwamen we op een weg tussen de verschillende hallen uit. Aan eten geen gebrek. In de straat kon je terecht voor een portie poffertje, een verse haring of een Turkse pannenkoek. Zelf streken we even neer bij een Surinaamse toko waar we op een plastic stoeltje onze Soto soep en Bara aten en lurkten uit een blikje Ferdandes rood.

Na de hallen met mode en drogisterijartikelen stond de Oosterse markt op het programma. Het deed me denken aan de Haagse markt. Er was een variëteit aan kleuren in de Grote Groentenstraat. Rode, gele en groene glimmende paprika’s lagen op elkaar gestapeld. In de hal daarnaast lag te kust en te keur aan zwarte en groene olijven, noten en dadels. Aan de tafeltjes in het midden kon je zoete Turkse thee drinken. Bij één van de kramen kochten we bij een vriendelijke jongen baklava met en zonder pistache noten.

Tegenover de Oosterse markt zat de Grand Bazaar. Hierin zat een enorme Foodcourt. Tussen de diverse eettentjes in stonden tafels waar jong en oud onder de Oosterse lampen hun Chinese Dim Sum, Döner Kebab of Indiase curry aten.

De laatste stop was bij de Goud Souk. We stapten een goud gebouw binnen. We mochten geen foto’s binnen maken. In het hal hingen grote kroonluchters en zover je kon kijken juwelierszaken.

Met een doosje baklava en een bundeltje sokken liepen we weer richting het station. Het was een waar dagje uit.

Volg me ook via Facebook, Twitter en Instagram