Haarlem, stad van de hofjes

Startpunt/eindpunt: VVV Haarlem, aantal kilometers: 3, horeca onderweg: diverse mogelijkheden in het centrum

Verborgen Groen  

Het is rustig in de stad zo op een maandagmiddag. Enkele kraampjes staan met hun waren uitgestald op de Grote Markt. We gaan op pad met de route “Verborgen Groen” langs Haarlemse hofjes. We hebben de route van de VVV thuis uitgeprint, maar is daardoor niet gemakkelijk te lezen. Bij het Toeristeninformatiecentrum halen we een kleurenversie van de wandelroute.

De hofjeswandeling “Verborgen Groen” is niet meer verkrijgbaar bij de VVV Haarlem. Wel biedt de VVV een aantal andere interessante routes aan. Kijk hier voor de wandelfolders. 

De route start bij de VVV en we lopen door één van de Monopolystraten, de Barteljorisstraat, naar het eerste hofje van de wandeling: het Hofje van Oorschot.

De besloten ruimte met woningen is gebouwd uit de erfenis van de Amsterdamse koopman Wouterus van Oorschot.

We bekijken het hofje uit 1769  door het hek in rococostijl. Het is gebouwd rondom een binnentuin en in het midden prijkt het bronzen beeld van Eva. Het is echter niet meer toegankelijk voor het publiek.

Al snel komen we bij het tweede hofje. Aan de Witte Herenstraat nummer 16 zit het Lutherse Hofje uit 1615. De Lutherse kerk en de kleine binnentuin met waterpomp zijn altijd gekoppeld geweest.

We doen een paar stappen en staan voor de poort van het Frans Loenenhofje. De tuin omringd door tien woningen met aan de zijkant een ontmoetingscentrum stamt uit 1607. We lopen onder een opmerkelijke gevelsteen door: een onthoofde leeuw. Door de boom met rode bessen heen zien we de Lutherse kerk weer.

cooman-hofje

Op nummer 30 in dezelfde straat zit nog het Coomanshofje dat in 1871 werd opgeheven. De gevelsteen boven de deur herinnert zich nog aan dit hofje.

Aan de achterkant van het voormalige klooster, nu het Stadhuis van Haarlem, komen we bij de oude kloostertuin en één van de grotere hoven van onze route. In het midden van de “hortus” staat een beeld van Laurens Jansz. Koster, een vijftiende-eeuwse Haarlemse koster. Bij de Koningsstraat 20 werpen we een blik in de afgesloten tuin van het Huis van Schagen. In de hal van dit gerestaureerde pand bewonderen we nog een glas in lood.

We steken de Botermarkt over waar een enkeling op een verwarmd terras zit. In een hoekje van de markt gaan we het deurtje door naar het Bruiningshofje met vier huizen met rood-witte raamluiken. In het midden van het kleine hofje is een kunstwerk van buxushagen aangebracht.

Vlakbij de Botermarkt ligt nog een hofje, het Brouwershof, dat een broer en een zus nalieten aan het Haarlems Brouwersgilde. Het hofje is herbouwd na een inbrand in 1576 en bestaat nog uit vier huizen. In de binnentuin met witte huizen met ook  rood-witte raamblinds worden we verwelkomd door een vrolijke oranje hofjeskat. We moeten de deur wel weer goed sluiten om deze oranje baas niet te laten ontsnappen.

We zigzaggen door de oude straten van de wijk de Vijfhoek en komen aan bij het Hofje van Guurtje de Waal. Het hofje uit 1616 is gesticht door de dochter van een rijke textielhandelaar. Nu zijn de vier witte woningen eigendom van een woningcoöperatie.

Hierna komen we bij het grootste hof van onze wandeling: het Proveniershof. De omringde tuin heeft verschillende functies in de loop van de tijd gehad.

Het voormalige klooster was een schietterrein, een stadsherberg en een verzorgingstehuis. Het was niet bedoeld voor armen, maar de proveniers kochten zich in. De binnentuin met een stenen bloem in het midden wordt nu opnieuw ingericht.

We vervolgen onze route en komen in de Korte Houtstraat, één van de groenste straten van Haarlem. Elk huis is voorzien van bloempotten of is begroeid onder een laag klimop. Bij een klein pleintje waar vijf straatjes bij elkaar komen in de wijk de Vijfhoek hebben we uitzicht op het Hofje van Loo. We kunnen de witte huisjes van het hofje uit 1489 bewonderen door de poort met daarboven het wapen van het St. Elisabeths Gasthuis. Het is niet meer toegankelijk voor publiek.

Het Hofje In den Groenen Tuin was alleen te bezichtigen tussen 10.00 en 12.00. Helaas zijn we te laat om een glimp van dit hofje uit 1616 op te vangen.

De laatste hofjes van onze route liggen dichtbij elkaar. Het is het oudste nog bestaande hofje van Nederland en het nieuwste hofje van Haarlem. Het Hofje van Bakens stamt uit 1395. Midden in de tuin is een overdekte waterpomp te zien. We lopen een gangetje door en komen bij het Johannes Enschédehof dat dateert uit 2007.

Teylers museum

We hebben de route afgerond en achter de laatste hofjes ligt het Teylers museum,  dat nog op het programma stond. Het was maandag en toch was het museum open.

Het museum is vernoemd naar Pieter Teyler van der Hulst. Bij testament liet hij zijn collectie na aan de Teyler Stichting. Tevens stond erin dat achter zijn woonhuis een centrum voor kennis en onderwijs gesticht moest worden. De Ovale Zaal waar experimenten voor het publiek werden gedaan werd gebouwd achter het huis.

Het pand waar het museum is gevestigd is een museum op zich. De zalen waar fossielen en natuurkundige instrumenten zijn opgesteld in antieke vitrinekasten zijn zeer fraai. Teylers Ovale Zaal met in het midden een grote vitrinekast met een mineralenverzameling en daaromheen oude globes is fenomenaal en met één foto niet te omvatten.

In één van schilderijenzalen zien we enkele schilderijen van dierenkunstenares Henriëtte Ronner-Knip te zien. Lies onze Siberische kat lijkt op het poesje van haar schilderij “Katje”.

Er is een tijdelijke tentoonstelling van “De Vermeer van de 19de eeuw”, Jan Weissenbruch. Gezien Johannes Vermeer één van mijn favoriete schilders is, valt deze tentoonstelling bij mij in de smaak. Er hangen kleine en grote realistische schilderijen van hem van plaatsen zoals Culemborg. Ons wel bekende sluis bij Leidschendam heeft hij ook geschilderd.

Jopenkerk

Na de hofjeswandeling en het museumbezoek lusten we wel wat. In de Warmoesstraat eten we bij het Friethuis de Vlaminck een frietje met saus. We brengen als laatst een bezoek aan de Jopenkerk, waar een voormalig bedehuis is omgevormd tot stadsbrouwerij.

Bij binnenkomst in de oude kerk valt er een deken van geluid over ons heen. Het is het geluid van het gerinkel van bierglazen, achtergrondmuziek en geroezemoes van bezoekers. Achter de bar zien we de glimmende brouwketels. We gaan zitten aan heen van de hoge tafels en bestellen een Jopenthee en een Hoppenbier. 

Volg me ook via 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s