Wie fan is van de Trage Tochten, maar toch graag in de stad wandelt, zijn er de Stadse Tochten. Ik vind deze wandelingen stuk voor stuk pareltjes.
De routemakers Rob Wolfs en Rutger Burgers noemen de Stadse Tochten zelf: “Trage Tochten die de blauwe en groene gangen in de stad opzoeken, de rafelranden en de overgangen naar het buitengebied te voet verkennen. En het liefst zoveel mogelijk over vrij liggende, exclusieve wandel- en fietspaden”.

Deze keer ga ik op pad voor een Stadse Tocht Amsterdam IJ, een 15 kilometer lange wandeling die start en eindigt bij Metrostation Noorderpark. Ik wandel door het Noorderpark, Vliegenbos en het lintdorp Nieuwendam, door het Schellingwouderpark en over de indrukwekkende Oranjesluizen, langs het Amsterdam-Rijnkanaal, door het Flevopark en het Oostelijk Havengebied en de karakteristieke Vogelbuurt. Een zeer afwisselende wandeling die prachtige stukjes van Amsterdam aan elkaar rijgt.

Noorderpark
Ik pak vanaf het Centraal station van Amsterdam de Noord/Zuidlijn en in een paar minuten sta ik bij Metrohalte Noorderpark aan de andere kant van het IJ.

Het weer is wisselvallig en op het moment dat ik de route begin, is het nog droog met een schraal zonnetje. Ik loop door de Metropoortjes en al snel wandel ik het Noorderpark in. De vorige dagen heeft het flink gewaaid en dat heeft aardig huisgehouden in het park. De asfaltpaden zijn bedekt met bladeren en hele takken.

Een vrolijke herdershond loopt met een verzameling takken in zijn bek. Zijn baasje gooit nog een takje en met een takkenbos onder zijn snuit sjeest hij naar zijn volgende stukje hout.

Ik wandel langs een eilandje waar rode kunst dinosaurussen tussen het groen te zien zijn. Voor het eiland zit een reiger. Ik vervolg mijn route over de met takken bezaaide paden en kom langs het rosarium dat net is aangeplant met verschillende soorten bloemen. Toeristen op fietsen slingeren over de paden van het park.

Ik passeer Pompet, een bar-restaurant met Franse keuken. Daar wandel ik het park uit en bovenop een heuveltje aanschouw ik de rode letters van het Noorderpark.

Ik steek het Noord Hollandsch Kanaal over waar ik wederom in het Noorderpark sta. Mijn wandelschoenen gaan over een houtsnipperpaadje en ik zie achter een heg fraaie dijkhuizen. Ik kom in de Vogelbuurt en wandelden langs IJssalon IJskoud de Beste in de Meeuwenlaan.
Vliegenbos
Het begin zachtjes te spetteren als ik het Vliegenbos in loop. Al gauw gaat het miezeren over in stortregen. Onder een bladeren dak tegenover Camping Vliegenbos kijk ik op buienradar en zie dat ik middenin een piek regen zit. Ik besluit terug te gaan naar de IJssalon IJskoud de Beste, waar mijn oog al was gevallen op het krijtbord met “Koffie met appelgebak en slagroom”.

Ik ga zitten op de houten bankjes met fleurige kussens bij het raam, als een verzopen kat. De dame achter de toonbank met schepijs vraagt met een Amsterdams accent of ik ook een handdoekje wil om mijn handen af te drogen. Het aardige aanbod sla ik af. Ze zet een tafeltje voor me neer en ik bestel koffie met appelgebak en slagroom. Al snel staan de royale punten met een toef heerlijke slagroom voor me.

De piek met regen zal ongeveer een half uur duren. Een mooi moment om even te schuilen onder het genot van een kop koffie met gebak. Een dame met krukken, klaarblijkelijk een vaste klant, raad mij ook het schepijs aan.

De lucht is geklaard en nadat ik heb afgerekend vervolg ik mijn route door het Vliegenbos. Het is het oudste stadbos van Amsterdam, dat honderd jaar geleden was aangelegd voor de havenarbeiders. Mijn moeder vertelt dat ze vaak met haar vader en moeder in dit bos kwam.

Een aantal keer ben ik hier in de winter geweest, wanneer de bomen kaal waren en je goed tussen de bomen door kon kijken. Nu is het een groen geheel en hoor ik een kakofonie van vogelgeluiden. Vinkjes wippen van tak naar tak en een houtduif scharrelt onder de bomen. In het bos huizen verschillende bijzondere vogelsoorten zoals de boomvalk, de groene specht en de ijsvogel. Onder de bomen ligt dood hout waar mos op groeit. Ze laten het dode hout speciaal liggen om het bos zo natuurlijk mogelijk te beheren.

Nieuwendammerdijk
Ik wandel over de kronkelpaden door het groene bos. Even moet ik uitwijken voor fietsers. Ik loop het bos uit en kom in het oude lintdorp Nieuwendam. Het lijkt wel of de tijd hier heeft stilgestaan in het idyllische dorp met zijn houten klok- en tuitgevels.

Ik ga over de Nieuwendammerdijk en passeer het sluisje, waar het Café ’t Sluisje aan lag. Een tijdje loop ik over de dijk. Bij een graspad verlaat ik de Nieuwendammerdijk.

Ik zak met mijn voeten weg in het natte gras. Even loop ik dit natuurlijke pad totdat ik bij een dijk met bomen kom. Het lijkt wel of hier een orkaan is over gegaan. Grote delen van de bomen langs de dijk zijn geknakt. Het pad is bezaaid met grote takken.

Het waait op dat moment ook redelijk en ik merk aan mezelf dat ik steeds harder ga lopen, omdat ik het niet fijn vind om onder de bomenrij te lopen met het gevaar dat een tak op mijn hoofd zal vallen.

Ik verlaat het dijkje met bomen en kom op een asfalt pad waar ook hier de bomen grote takken hebben verloren. Ik passeer een haven en mijn route week ga door het Schellingwouderpark.

Schellingwouderpark
Het infopaneel van het park is ook niet windbestendig gebleken. Het ligt half om. Ik ga een klaphek door en loop door het groen richting het water.

In het water zie ik twee ganzen families met een lint aan kleine ganzenbolletjes achter hen aan. De ganzenfamilie gaan door het ruige water. Het is een koddig gezicht. Ik kom bij een touwpontje, waarbij op Wandelzoekpagina is aangegeven dat deze mogelijk stuk is. Het pontje ligt aan de overkant en met een beetje beleid kan ik de voetveer naar de overkant krijgen.

Door de wind is de veer niet heel stabiel. Ik ga staan op de metalen plaat en met horten en stoten kom ik aan de overkant. Ik wandel langs het water en kom bij het volgende pontje, waar een briefje hangt van de gemeente Amsterdam. Er staat op dat de veer medio juni gemaakt zal worden. Door het pontje voorzichtig op te halen, kan ik ook met deze voetveer naar de overkant.

Ik kom langs een dijkje met de voormalige dienstwoningen van de Oranjesluizen. Ik neem een olifantenpaadje om bovenaan de dijk te komen. Het is een glibberig modderpaadje, wat ik maar amper kan belopen. Ik heb nu een beter zicht op de dienstwoningen en het voormalige telegraaf-en hulppostkantoor voor binnenvaartschippers.

Oranjesluizen
Ik bereik het complex van schutsluizen in het IJ. De sluizen dragen bij aan het op peil houden van de waterhoogte in het Noordzeekanaal. Ik wandel over de sluizen. Er zijn nu geen schepen en de stoplichten staan op groen, zodat ik zo zigzaggend over het sluizencomplex loop.

Koning Willem III legde op 29 april 1870 de eerste steen voor de sluizen en in september 1872 voer het eerste schip door de sluizen. Ik loop langs het gedenksteen. Aan het eind van de sluizen kom ik nog bij een kunstwerk dat herinnert aan de Renovatie van de Oranjesluizen.

Amsterdam-Rijnkanaal
Ik kom bij een dijk, waar ik het dijkpad neem. Een tijd lang loop ik over deze dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal.

Aan weerszijden van de dijk groeit koolzaad. Aan de overkant zie ik bouwkranen. Ik wandel langs een bedrijventerrein met kleine autobedrijven.

Het begint weer te miezeren en voor de Amsterdamse brug, ga ik weer even schuilen. Overal zie ik toeristen met flesjes bier lopen. Vlakbij de brug ligt Camping Zeeburg. Ik ga de brug over en onder mijn voer een containerschip. Ik hoor onder de brug allemaal kinderstemmen. Er is een kinderfeestje gaande. Ze volgen een graffitiworkshop.

Flevopark
Al gauw loop ik het groen weer in en kom ik bij het Flevopark. Ik neem het asfaltpad langs het water. Hier was vroeger het Gemeentelijk Zwembad het Nieuwe Diep. Ik loop onder de bomen. Onder één van de bomen zit een man te mediteren.
De natuurkenner Jac. P. Thijsse kwam met het initiatief voor het park tussen het Nieuwe Diep en de Joodse begraafplaats. In 1928 begon men met de aanleg van het park en in 1943 kreeg het de naam Flevopark.

Ik volg een smal pad langs huisjes. Ik kom bij het oud gemaal dat vroeger diende om de Oetewaler Polder droog te houden. Het gemaal is niet meer in gebruik en nu is er een distilleerderij in gevestigd. Proeflokaal ’t Nieuwe Diep zoals het heet, heeft nog maar net zijn deuren geopend, als ik er langskom.

Het proeflokaal is nog maar net open. De twee dames achter de bar begroeten mij vriendelijk. Ik ben de eerste bezoeker. Uiteraard ga ik hier iets proeven. Ik neem het likeurtje “Hansje In De Kelder”, een samenstelling van abrikozen sap, sinaasappel, kaneel, oranjebloesem en citroen.

Uiteraard kan een borrelhapje bestaande uit kaas en ossenworst niet ontbreken. Ik sta met mijn met de handen op de rug en drink ik het jeneverglaasje, dat tot de rand toe gevuld is, leeg.

Ik verlaat het proeflokaal en ik maak nog een foto van het fraaie gemaal. Ik loop al snel het park uit. Een kleine hond rent me tegemoet. Ik denk dat hij bij de mevrouw met een groep met honden hoort, maar het hondje is zijn baasje kwijt.
Oostelijk Havengebied
Ik kom bij de Sporthal Zeeburg en wandel daarna op de Zeeburgerdijk waar moderne woningen aan liggen. Ik kom bij voormalige pakhuizen, dat nu woningen zijn. Aan weerszijden van de weg liggen huizenblokken.

Aan de ene kant zie ik gekleurde woonblokken en aan de andere kant de pakhuizen. Ik kom bij het voormalig slachthuisterrein en ga voorbij het Instituut van de Sociale Geschiedenis. Ik kom bij een haven en ga over de Borneokade.

Ik heb uitzicht op de pakhuizen waar ik daarvoor achterliep. Een tijd lang loop ik over de kade en bij de Stuurmanskade kom ik bij een rode boogvormige brug, De Pythonbrug van de architect Adriaan Geuze.

De brug uit 2001 verbindt de Stuurmanskade op het Borneo-eiland met de Panamakade op het eiland Sporenburg. De brug wordt ook wel de Hoge Brug genoemd en ik vind hem ook aardig steil en hoog als ik erover heen loop. Ik vind het haast een beetje eng om zo hoog in de harde wind te lopen.

Ik kom bij voor mij een bekend gebied, het KNSM eiland. Een aantal weken daarvoor liep ik hier met Gerard Goudriaan de wandeling Herleefd erfgoed aan het IJ. Ik neem de Levantkade en ik kom langs het markante wooncomplex Piraeus. Het grote gebouw is als het ware om het vroegere administratiekantoor van de rederij heen gebouwd.

Het weer begint behoorlijk om te slaan en aangezien het al vijf uur is, besluit ik de wandeling in de KNSM- laan te eindigen. Het idee is om bij de Kompaszaal, de voormalige vertrekhal bij de Koninklijke Nederlandse Stoom-Maatschappij, een hapje te gaan eten. Echter als ik in het restaurant kom, zie ik dat er een receptie gaande is. Ik besluit om bij het restaurant De Zuid, dat vlakbij de Kompaszaal ligt, te eten.
De Zuid
Het restaurant is net geopend, als ik bij restaurant De Zuid aan het Azartplein om een tafel voor vraag. Ik krijg een tafeltje aan het raam. Ik ben behoorlijk rozig geworden door steeds in de wind te lopen en ben wel toe aan een hapje en een drankje. Als snel staat een mandje met brood en drankjes op tafel. De kaart bevalt mij wel.

Het is een mix van Indonesische en Hollandse gerechten. Ik ga voor het boerenkippetje met friet. Binnen een mum van tijd staat een houten plank met een kippetje, een frituurmandje met frieten en een frisse salade voor mijn neus.
Wandelroute
Ben je ook net zoals ik enthousiast geworden over deze Stadse Tocht Amsterdam IJ en wil je ook eens wandelen langs bijzondere plekken in Amsterdam Noord en het Oostelijk Havengebied? Kijk hier voor de wandelroute.
Volg me ook via