Startpunt/eindpunt: Centraal station Delft, aantal kilometers: 11 en horeca onderweg: Stads-Koffyhuis en Het Rieten Dak
Rond een uurtje of half twaalf reden we met de trein de Willem van Oranjetunnel van Delft binnen voor een vorstelijke wandeling. We liepen de route uit de gids “Vorstelijk wandelen” van Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig. Op 28 februari 2015 werd deze voor het treinverkeer in gebruik genomen.
Door middel van de roltrappen kwamen we in de stationshal met een golvend plafond met daarop de historische kaart van Delft uit 1877. De zoldering is ontworpen door Francine Houben. Als we nogmaals met roltrappen op de begane grond kwamen zagen we door de glazen gevels de stad Delft. Het nieuwe station staat een stuk dichter bij het oude centrum als het oude. Het verrassende nieuwe station heeft niet alleen elan met zich meegebracht. Integendeel De Spoorzone van Delft heeft voor een financieel debacle gezorgd. De gemeente staat hiermee onder aangescherpt toezicht van de Provincie Zuid-Holland.
Het slechte weer was verschoven naar zondag en met een blauwe lucht, een schraal zonnetje en een enkele schapenwolk maakten we een start met onze wandeling in stad van Willem van Oranje. Op de grachten reed een enkele fietser. Een aantal studenten was druk met de opbouw van een podium. De lantaarnpalen waren versierd met rode en roze geraniums.
In een korte tijd kwamen we al een aantal bezienswaardigheden tegen. Als eerste het voormalig woonhuis van wijlen Prins Friso. Zijn moeder kocht de woning aan de Oude Delft 155 toen de prins Luchtvaart en Ruimtetechniek ging studeren. In 1994, aan het eind van zijn studie, verkocht prinses Beatrix het huis weer. Bij het Gemeenlandshuis van Delfland kwamen we een aantal panden later tegen. Het monument met de wapenschilden was ooit van Philips, graaf van Hohenlohe-Langenberg. Hij was getrouwd met de dochter van Willem van Oranje. Sinds 1646 is het complex van het Hoogheemraadschap van Delfland.
Museum Prinsenhof
Via een klein poortje kwamen we op de binnenplaats van wat ooit een klooster was. In een gedeelte van dit convent woonde Willem van Oranje van 1572 tot aan zijn dood in 1584. De vleugel waar hij in woonde kreeg de naam de Prinsenhof. Nu is het gelijknamige museum, het Prinsenhof, erin gevestigd.
We maakten een korte stop bij dit museum. De plek waar Willem de Zwijger op 10 juli 1584 werd doodgeschoten door Balthasar Gerards. De kogelgaten zijn nog te bezichtigen in dit voormalig woonhuis van de stadhouder.
Het museum vertelt je aan de hand van schilderijen en voorwerpen het leven van Willem van Oranje. Op een interactieve manier volg je de levensloop van de voorvader van onze koninklijke familie. De suppoost van het Prinsenhof was erg voorzichtig met de bezoekers. Bij elke stap zei hij”let op het afstapje”.
Naast het bestaan van de Vader des vadersland is Delft ook bekend van Calvé en Delfsblauw. De geschiedenis van deze twee bekende producten was tentoongesteld in één van de zalen van het oude Delftse Sint Agathaklooster.
Stads-Koffyhuis
Met de kaartjes van het museum konden we een gratis kopje koffie of thee drinken bij het Stads-Koffyhuis. Het koffiehuis is al 50 jaar een begrip aan de Oude Delft. Zowel binnen als buiten kan je terecht voor ontbijt, één van hun prijswinnende broodjes of gewoon een pannenkoek.
Uiteraard hoorde bij onze koffie en cappuccino een lekker stuk taart met slagroom. We hadden ook nog een aantal kilometers voor de boeg.
We zigzagden door een aantal oude straatjes waar het ene pand nog mooier was dan het andere. Onderweg kwamen we de Oude Kerk met zijn scheve kerktoren tegen. In dit godshuis liggen bekende Nederlanders begraven zoals Piet Hein, Antoni van Leeuwenhoek en Johannes Vermeer.
In de Choorstraat liepen we nog tegen een bijzondere cadeauwinkeltje, Zinderin, aan. Hier werken mensen met een verstandelijke beperking onder begeleiding. Ze maken cadeauartikelen zoals kaarsen die in de winkel worden verkocht.
We liepen al snel het centrum uit en kwamen onderweg nog het verscholen hofje van Pauw tegen. Het is één van de vier overgebleven hofjes van Delft. De besloten ruimte wordt nu verhuurd aan Ipse de Bruggen, een organisatie voor mensen met een verstandelijke of meervoudige handicap. In het complex wonen nu achttien mensen onder begeleiding.
Delftse Hout en de Heemtuin
Via een onverhard pad langs Aan ’t Verlaat liepen we het Delftse groen in. Aan de hand van informatiepanelen werden we op de hoogte gebracht van bijzonderheden zoals de sluis of het gemaal. Er werd voldoende gerecreëerd langs het water. We werden ingehaald door skaters, fietsers en hardlopers.
Na het gemaal slingerden we door een landgoed. Bij het Hertenkamp waren de bomen versierd met witte ballonnen en wegwijzers voor de trouwerij van Damien en Chantal. Via een smal pad omheind door knotwilgen en onderbroken door witte brugjes wandelden we langs de Nootdorpse plassen. Langs de Grote Plas kwamen we bij de Delftse Hout. Ondanks dat het weer prima was, werd het water alleen gebruikt door een kluwen nijlganzen en meerkoetjes.
We liepen weer even in de bewoonde wereld. Op een klinkerweg tussen allerschattigste woonboerderijen door kwamen we uit op een groot grasland. We waren niet ver van de stad. Boven de bomen torende één van de kerktorens. Dit landweggetje kwam ons zeer bekend voor. Enkele jaren geleden liepen we deze weg toen we het Groenehartpad wandelden van Pijnacker naar Delft. We waren naast een aantal blauwe reigers de enige aanwezigen op het grasland.
Het laantje leidde ons naar een met wilgentakken omheind Heempark. We moesten nog even doorwandelen wilden we de ingang bereiken. De tuin was een wandelgebied op zich. Met de GPS in de hand probeerden we een route te wandelen. We struinden door het arboretum dat opgedeeld was in gebieden. We zwierven rond in de paddenstoelentuin met haar elvenbankjes en het bosgebied met verschillende soorten bomen. Even moesten we omlopen, omdat een vlonderpad onderwater stond.
Tegenover de Heemtuin lag nog een prachtig opgezette stadsboerderij. Alhoewel wij niet helemaal tot de doelgroep behoorden, namen we toch even een kijkje bij de biggetjes die lekker in de modder aan het spelen waren en een pauw die met zijn veren aan het pronken was.
Weer terug in de binnenstad
We naderden snel de binnenstad van Delft. We liepen in de Trompetstraat in. Het leek net of we in een schilderij van Johannes Vermeer wandelden. Dat dit straatje fotogeniek was, waren meer met ons eens. Twee Amerikaanse dames vroegen of we hen even op de kiek konden zetten. Een mengelmoes van toeristen en inwoners liep langs de kraampjes met antiek en prullaria. De Nieuwe Kerk en het Stadhuis waren verscholen achter een groot podium en terrassen. De toeristen werden vermaakt met demonstraties van oude ambachten.
Het laatste deel van de route werden we getrakteerd op het Klaeuwshofje en de Oostpoort. Het hofje werd gesticht door de eigenaren van de bierbrouwerij ‘de Klaeuw’. De stadspoort, de Oostpoort, is de enig overgebleven poort van de stad Delft.
Wandelroute
Wil je ook eens vorstelijk wandelen in en rondom Delft? Kijk hier voor de wandelroute. Kijk hier voor de wandelgids Vorstelijk wandelen.
Ik snap alleen niet hoe je van de Choorstraat ineens aan t Verlaat bent, verder een prachtige wandeling, ik zet ‘m op mn lijstje, al te lang niet meer in Delft geweest
LikeGeliked door 1 persoon
Beste Yvon,
Leuk om te lezen dat je door mijn blog wellicht weer een keer in Delft gaat wandelen. Klopt dat mijn verhaal geen routebeschrijving is, maar een impressie van de wandeling.
Groeten
Vera
LikeLike